Cranio & Zo

Praktijk voor craniosacraal- & traumatherapie, Bachbloesemtherapie, coaching, mindfulness, helend tekenen en massage

Cranio & Zo nieuwsbrief

In de blog van juli neem ik je mee in de wereld van de nervus vagus, de 10e hersenenzenuw. Deze zenuw speelt een heel belangrijke rol bij het jezelf veilig of onveilig voelen en het reguleren van stress. Wil je na het lezen van de blog meer weten over hoe je jouw stress kunt reguleren, stuur mij dan gerust een mailtje of maak een afspraak in de praktijk.


2024-07-17

Op reis met de zwervende zenuw, de nervus vagus

De nervus vagus, de zwervende zenuw of de tiende hersenzenuw een super belangrijke zenuw als het gaat om veiligheid, onveiligheid en trauma, krijgt gelukkig steeds meer erkenning binnen de gezondheidszorg.
 
De zenuw ontspringt uit de hersenstam en splitst zich in een achterste tak, de dorsale vagus, en een voorste tak, de ventrale vagus. De dorsale vagus is de oudste van de twee, hij voorziet al onze organen van kleinere zenuwen. De ventrale vagus is dus jonger, even goed nog steeds 200 miljoen jaar oud (!), en hij loopt van het hart naar het hoofd en in het bijzonder naar het gezicht.

De nervus vagus maakt deel uit van het parasympatisch zenuwstelsel, dat zorgt voor rust en herstel. Het zal je niet verbazen, dat je dit zenuwstelsel wel kent aangezien het alle inwendige organen van kleinere zenuwen voorziet. Het gaat namelijk in werking als je bijvoorbeeld een flinke maaltijd hebt genuttigd. Na zo’n maaltijd voel je jezelf loom, zou je misschien best een tukje willen doen. Het lichaam heeft energie nodig om de maaltijd te verteren en dat is precies waar het parasympatisch deel van het zenuwstelsel, en dan met name het achterste deel van de nervus vagus, voor zorgt.

Het voorste deel van de nervus vagus zorgt er voor dat we sociale interacties aan kunnen gaan met andere mensen. Tenminste zo werkt de nervus vagus als we comfortabel en veilig zijn.
In een onveilige situatie gaat het voorste deel van de nervus vagus als het ware uit. We schakelen dan over op het sympathische deel van ons zenuwstelsel. Dat deel van het zenuwstelsel dat ons voorbereidt op een vluchten- of vechten-actie. Als deze twee verdedigingsmechanisme niet meer werken, dan gaat het zenuwstelsel volledig over op het achterste deel van de nervus vagus en bevriezen we. Dit is wat er gebeurt als mensen betrokken zijn bij een ernstig ongeval, ze zelf ongedeerd zijn gebleven, maar ze apathisch voor zich uit kijken, er geen beweging in zit en geen woord uitkomt. Geen onwil, maar onvermogen om te handelen dus. En een laatste overlevingspoging.

Een laatste overlevingspoging? Je bent toch ongedeerd? Dus is het dan niet even slikken en door? Om dit beter te begrijpen moeten we naar de theorie kijken, die Stephen Porges heeft ontwikkeld: De polyvagaaltheorie, waarbij ‘poly’ staat voor ‘meer’ en ‘vagaal’ verwijst naar de nervus vagus. Dus zoals in het begin van deze blog uitgelegd de dorsale en de ventrale tak van de nervus vagus.

Ons zenuwstelsel gaat in alarm als er een prikkel binnenkomt, die niet (onmiddellijk) herkend wordt. Het lichaam bereidt zich voor op actie, moet ik vechten of vluchten? Als vechten of vluchten geen levensreddende actie meer is, dan gaan we in de bevriesstand. Dat dit heel effectief kan zijn, heb ik ervaren toen ik lang geleden met mijn twee honden in de polder wandelde. Een van de twee honden had een kippetje gespot dat middenin de polder liep te scharrelen. Voordat ik het wist, nam haar natuur de overhand en maakte ze een spurt. Ze sprong bovenop het kippetje, dat luid kakelend en fladderend probeerde op te vliegen om te ontsnappen. De veren vlogen in het rond. En toen werd het akelig stil. De hond verloor onmiddellijk haar interesse, want ze kreeg genoeg te eten, dus honger had ze niet. Het was nou juist dat fladderen wat de jacht zo leuk maakte. Met kloppend hart rende ik naar de plaats waar het kippetje dood lag te zijn. Je laat zo’n diertje toch niet voor dood achter, was mijn gedachte, dus net op het moment dat ik het kippetje op wilde tillen om het mee te nemen en een waardige begrafenis te geven, vloog het opnieuw op. Dit keer met succes. Het kippetje had zich dus ‘dood gehouden’, was bevroren in een poging de gewelddadige aanval van het roofdier hond te overleven!

Heel lang geleden werkte het voor de mens ook zo. Als er een sabeltandtijger op je afgestormd kwam, dan liep je. Had je een wapen, dan vocht je. Maar als die mogelijkheden faalden, bleef er het ‘voor dood liggen’ over. Een poging de tijger te overtuigen van het feit dat een dood mens niet de moeite van het eten waard was. Een duidelijk en logisch verhaal van een prikkel die ons zenuwstelsel in de alarmfases doet belanden.

Anno nu ziet zo’n prikkel er heel anders uit. Wie ooit weleens in de nachtelijke uurtjes op Time Square in New York is geweest, weet dat je de camera in daglichtmodus moet zetten, omdat anders alle foto’s overbelicht zijn. De nacht is donker, maar de omgeving is helder verlicht door flitsende reclames op megantische tv’s. Er zijn drommen mensen die op stap zijn, druk verkeer (Middenin de nacht? Ja echt! New York is tenslotte ‘the City that never sleeps’) etc. Is dit levensbedreigend? Of toch niet?

Al in onze jeugd kan het zijn, dat je aan je ouders kon zien of voelen, dat er iets aan de hand was. Toch werd je verteld, dat er niets was. Je wilt je ouders graag geloven, maar ook je eigen gevoel. Dat geeft een intern conflict. Is dit stress? Of toch niet?

Als we maar vaak genoeg in situaties terecht komen die onveilig zijn, dan kan het zijn, dat we in een permanente staat van overleven terecht komen. Is er bijvoorbeeld tijdens de jeugd vaak sprake geweest van onveiligheid dan kan het lichaam zelfs in een permanente staat van bevriezen terecht komen. De achterste tak van de nervus vagus is dan overactief. Ons hele systeem is bewegingsloos. Om uit deze situatie te komen, moeten we weer in beweging komen, verbindingen en sociale contacten aangaan en de voorste tak van de nervus vagus activeren.
Maar weten we eigenlijk wel waardoor en hoe vaak ons systeem getriggerd wordt en in een staat van paraatheid terecht komt? Voelen we eigenlijk wel dat we in een voortdurende vecht- of vluchtmodus verkeren? Of dat er niets meer gaat, omdat we in een bevroren toestand verkeren? Of is dit zo ‘normaal’ dat het ‘nou eenmaal zo is’ en gaan we onszelf pas realiseren dat er iets niet klopt als het echt mis gaat, we in een burn out of depressie terecht komen? En wat is dan de weg terug?

Ik ben ervan overtuigd dat de weg terug, het ‘ontdooien’, begint bij het weer in verbinding te gaan met jezelf, want om in beweging te komen en in verbinding te gaan met de ander zul je eerst in verbinding moeten zijn met jezelf.

Wie ooit zijn vingers of tenen weleens (bijna) bevroren heeft in de winter, weet dat het ‘ontdooien’ geen pretje is. Toch ken ik niemand die ervoor koos om dan zijn vingers of tenen er maar af te laten vriezen. Ook het zenuwstelsel uit de freeze modus laten komen, is soms geen pretje en is hard werken. Maar wie het heerlijke gevoel van warme, levende vingers en tenen kent, dat komt na het ‘ontdooien’, die weet ook welk gevoel er in het vooruit ligt als ons zenuwstelsel weer in de veiligheid van de voorste tak van de nervus vagus actief is!

Liefs, Jolande

I knowBlog juli.png

Jolande - 09:52:55 | Een opmerking toevoegen


 

E-mailen
Bellen
Map
Info
LinkedIn